13 november 2019 – Kim Visser is samen met collega senior Java-developer (en bedenker van de MetaFactory tool) Marnix van Bochove de eerste medewerker van MetaFactory. Kim start in de herfst van 2015 met een klein team, aanvankelijk met de nodige scepsis maar toch ook nieuwsgierigheid. “Het eerst jaar is MetaFactory een stomende startup. Al snel kunnen we projecten aan en groeien we.”
Kim, wat was voor jou de reden om bij MetaFactory te komen werken?
“Ik was een fractie van mijn tijd bezig met legacy code en deed verder administratie en projectmanagement. Ik zocht een functie waar ik weer meer met techniek bezig kon zijn. Daarnaast werkte ik toen met belegen software op en voor oude systemen voor een moloch van een bedrijf,” verzucht Kim over de klant van zijn vorige werkgever. “Doorgroeien binnen een IT-bedrijf kan wel, maar eenmaal in een managementrol gaan je taken ten koste van je echte ambacht. Ik koester dat vakmanschap en vind juist dat ervaren ontwikkelaars steeds nuttiger worden als ze verder doorgroeien.”
Een stap verder
“Bij MetaFactory krijgen senior developers alle ruimte, want de werkzaamheden zijn hier te complex voor minder ervaren java ontwikkelaars. Er is veel kennis nodig van business logica en de processen die daarbij horen. Dat lukt een junior of medior niet. Dat komt later vast nog. Hoe je het wendt of keert, het werken aan en met die code-instructies voor de Code Composer is toch een slag complexer. Het is echt een stap verder. Ik kende Marnix van een project. Wat hij deed sprak me aan en ik was klaar voor een volgende stap.”
Kim is sinds die tijd weer met de techniek bezig en hij heeft een leidende rol bij MetaFactory als het gaat om metaprogramming en de architectuur van systemen. Ook van vormgeving en UX heeft hij verstand, al is hij geen specialist. “Ik heb awareness op dat gebied”, aldus Kim. Het is zijn mening dat specialisme leuk en aardig is maar dat je je beter kunt verdiepen in het totaalplaatje. “Misschien is het wel goed als er hier wat meer specialisme ontwikkeld en geborgd zou worden, bijvoorbeeld per persoon. Dan wordt een ontwikkelaar een specifiek aanspreekpunt op een deelgebied. Dit maakt de kennis van MetaFactory voor de buitenwereld overzichtelijker. Een groep met louter generalisten zegt (potentiele) opdrachtgevers niet zo veel.”
Zo werken we bij MetaFactory
“Ik ben blij dat ik hier als softwareontwikkelaar volop met techniek bezig kan zijn. Er verdwijnt veel excellerende productiviteit uit de uitvoerende laag als ontwikkelaars doorgroeien naar rapportschrijvende managers en dat is zonde. Zo werken we bij MetaFactory dus ook niet. Wij gaan gewoon met Tony mee naar een klant als er een deeloplevering is, of een briefing of een uitleg. De rollen zijn wat dat betreft duidelijk verdeeld en iedereen snapt min of meer wat er gebeurt of aan de hand is. Er is geen tussenlaag die uitleg behoeft. Bovendien worden niet-ontwikkelaarszaken tijdens de Scrum-overleggen doorgenomen.”
“Daar komen ook de zaken aan bod waar de ontwikkelaars uit onze teams niet aan toekomen of over het hoofd zien, zoals design en UX. Daar blijf ik graag scherp op, hoewel ik echt geen pur sang front-ender ben. Je kunt een functionaliteit nog zo fraai in code uitwerken, als het er op het gebruikersscherm niet goed genoeg uitziet compromitteert dat toch de gebruikerservaring. Steve Jobs (1955-2011) van Apple zei ‘Design is how it works’ en dat klopt: het zou zonde zijn als een los eindje in de eindfase het voorgaande werk tenietdoet… De basis van UX is dat een interface (scherm), het liefst intuïtief, uitlegt wat de gebruiker wil.”
UX als blinde vlek
“Ontwikkelaars zijn met heel andere zaken dan vormgeving bezig. Hoe het er op het scherm uitziet is voor hen geen eerste aandachtspunt. En ook geen tweede. Ik wijs soms op zaken die er visueel beroerd uitzien en pas dan herkent men de chaos die niet uitnodigt naar gebruik. Een belangrijk kenmerk van een applicatie is toch dat duidelijk is hoe het gebruikt moet worden.”